Op vele manieren ben ik de afgelopen jaren met docenten en leerlingen in en buiten de klas aan het werk geweest om het leerrendement in de lessen te verhogen. Eruit halen bij leerlingen wat er in zit betekent voor docenten dat zij beschikken over kennis en vaardigheden om te differentiëren. Om goed te kunnen differentiëren is klassenmanagement, activerende didactiek en uitdagende pedagogiek van groot belang.
Soms is er een urgente aanleiding om met de kwaliteit van de les aan de slag te gaan. De inspectie geeft aan dat de kwaliteit van de lessen niet in orde zijn. “Leraren moeten de lesstof, instructie en beschikbare tijd beter afstemmen op de capaciteiten van de individuele leerling” Ze benoemen in het waarderingskader 2013 de volgende indicatoren wanneer het gaat over het afstemmen van het didactisch handelen van de docenten op verschillen tussen leerlingen: De leraren gebruiken bij de vormgeving van hun onderwijs de analyse van de prestaties van de leerlingen; De leraar stemt de instructie af op verschillen tussen leerlingen; De leraar stemt de verwerking af op verschillen tussen leerlingen.
In de verschillende trajecten maken docenten het leerrendement van datgene ze hebben gedaan zichtbaar bijvoorbeeld in een portfolio. Er vindt vaak een koppeling plaats met de gesprekscyclus.
In verschillende settingen op school werken we aan het verhogen van het leerrendement in de les. Dit gebeurt vaak in een combinatie van settingen: